Vijf elementenleer

In de Chinese leer wordt ervan uitgegaan dat alles opgebouwd is uit 5 elementen: vuur, aarde, metaal, water en hout. Ieder element vertegenwoordigt een orgaan en daarmee overeenkomende meridianen en kenmerken.

In het plaatje zie je dat het element vuur invloed op het element aarde uitoefent, aarde op metaal, metaal op water, water op hout en hout weer op vuur en zo is de cirkel rond. Stroomt er iets in vuur niet goed, dan heeft dat zijn gevolgen ook voor het element aarde.

Verder heeft vuur invloed op metaal, metaal op hout, hout op aarde, aarde op water, en als laatste water op vuur.

Deze leer maakt ons bewust van het verloop van de dingen in de natuur en dus ook in onszelf. Deze natuurlijke processen worden in vijf fasen onderverdeeld. Elke fase heeft een element uit de natuur als kenmerk meegekregen:

Hout: De eerste fase wordt beheerst door het element hout. Dit staat voor nieuw leven, geboorte, eerste begin, onstuimig, moedig en agressief.

Vuur: Is het tweede element. Het prille, onstuimige gaat nu over in een krachtige en vurige groeifase. Verdere kenmerken zijn: opwinding, vreugde, onevenwichtigheid, vooruitstrevend, grenzeloos en opstandig.

Aarde: De ommekeer vindt plaats in het element aarde. Evenwicht en balans zorgen voor een bloeiende fase verder gekenmerkt door zorgzaamheid en verantwoording.

Metaal: Na het hoogtepunt volgt altijd de terugkeer of het verval. Metaal symboliseert deze gerijpte en vruchtdragende fase. Een dieper inzicht is de positieve kant ervan.

Water: Aan het eind van een proces staat de dood. Het element water transformeert de levenskracht naar een hoger niveau. Flexibiliteit, berusting en aanvaarding, in plaats van angst, wilskracht, kunnen leiden tot een nieuwe cyclus.