Op de al reeds uitgelegde meridianen liggen verschillende punten die ook variëren in aantal. Zo liggen er bijvoorbeeld op de hartmeridiaan negen en op de maagmeridiaan vijfenveertig punten, zoals je ziet verschilt het dus al per orgaan. Je kunt wellicht begrijpen dat het op een gegeven moment lastig werd om alles te kunnen onthouden daarom gaf men de punten nummers. Nu zijn er zo’n ruim 950 punten beschreven, maar door onderzoek wordt dit aantal steeds groter. De punten zijn ongeveer twee millimeter in doorsnede en liggen op uiteenlopende dieptes onder de huid. Ze kunnen voor twee dingen gebruikt worden: diagnose en therapie. De diagnose kan worden gesteld doordat de patiënt een specifieke pijnlijke plaats aanwijst, die correspondeert met een inwendig orgaan.

Therapeutisch gezien zijn de punten van belang ten gevolge van het toe- en afvoeren van de levensenergie. Voor geoefende acupuncturisten is er een heel klein elastisch knobbeltje voelbaar in de spier.

Er zijn dus ruim meer dan 950 acupunctuurpunten. In de Chinese medische werken wordt er onderscheid gemaakt tussen de volgende belangrijke groepen:

1) Alarmpunt (mo-punt): Dit punt komt in ieder meridiaan voor. Wanneer het desbetreffende orgaan in functie verstoord raakt, slaan de punten “alarm”. Dit uit zich in pijn bij de desbetreffende punten. Door middel van puncturering bij deze punten wordt er resultaat geboekt.

2) Begin- en eindpunten van de meridiaan: Door een toevoer van energie bij deze punten kan er een algemene harmonisatie van het lichaam ontstaan.

3) Stimulatie- en sedatiepunt (respectievelijk toevoer en afvoer van energie): Dit zijn de belangrijkste punten op de meridianen. Ze brengen het verstoorde lichaamsdeel namelijk weer in evenwicht.

4) Bronpunt (jüan-punt): Dit punt is op elke meridiaan aanwezig en versterkt de invloed van het stimulatie- en sedatiepunt van het desbetreffende meridiaan.

5) Doorgangspunt (lo-punt): Dit punt is van invloed op de energie-uitwisseling tussen twee met elkaar verbonden meridianen.

6) Toestemmingspunt (jü-punt): Deze ligt op het blaasmeridiaan. Ieder orgaan heeft een toestemmingspunt op dit meridiaan en het wordt gebruikt om de desbetreffende organen te activeren.

7) Appendixpunt: dit zijn de speciale punten die gebruikt worden bij bepaalde specifieke aandoeningen.

8) Reüniepunten: Deze liggen op de kruisingen van meridianen.

9) Kardinaalpunten: Deze punten hebben bijzonder veel invloed op de energiestroom.